Wanneer je de beheersing van leerdoelen wil meten moeten de beheersingsinstellingen worden ingesteld op organisatie niveau. Dit kan worden gedaan voor de hele site of op school niveau. Wanneer je een organisatie selecteerd om de beheersingsinstellingen aan te passen zijn er vijf belangrijke instellingen.
Beheersing
Deze instelling zorgt ervoor dat je een drempelwaarde instelt voor de beheersing en je beslist hoe vaak deze moet worden behaald voordat het leerdoel wordt gezien als beheerst.
Statussen voor beoordelingsresultaten
Hier kan je instellen welke statussen (beoordelingsresultaten) er zijn voor de rapportage van leerdoelbeheersing. Het startpercentage van elke status (in gebruik) moet worden ingevoerd.
Herhalingsregels voor beheersing
Stel hier in hoe vaak een student het gewenste niveau moet behalen voordat het het leerdoel dals beheerst wordt beschouwd. Herhalingsregels zijn handig om het effect van toevalstreffers te voorkomen.
Standaardprestatieniveaus
Prestatieniveaus zorgen ervoor dat je kan aangeven op hoeveel niveaus de criteria van een leerdoel kunnen worden aangetoond. Wanneer de optie ‘Algemene beoordeling berekenen op basis van beoordeling op basis van criteria’ is aangevinkt, wordt de procentuele uitkomst van een beoordeelde rubric omgezet naar een beoordeling in de gekozen beoordelingsschaal - bijvoorbeeld cijfer.
Taken toewijzen
Hiermee kan je direct vanuit het rapport taken toewijzen. Studenten die worstelen met een een bepaald leerdoel kunne taken toegewezen krijgen rechtstreeks vanuit het rapport.