Bij beoordeling op basis van criteria wordt gebruik gemaakt van rubrics die worden gebruikt om het leerresultaat van een student te meten. De rubric, waarmee docenten gestandaardiseerde leerdoelen in kleinere delen kunnen onderverdelen, wordt gebruikt om het leerresultaat van een student te beoordelen op basis van verschillende criteria en niet alleen één numerieke score. Als de beoordelingsrubric aan de studenten wordt gepresenteerd voordat ze aan opdrachten gaan werken, zijn ze zich bewust van de criteria op basis waarvan hun werk wordt beoordeeld en kunnen ze zich tijdens het maken van de opdracht daaraan spiegelen.
In itslearning kunnen de eigen beoordelingscriteria van een docent (de rubrics) worden toegevoegd aan leerdoelen die zijn geïmporteerd of gemaakt in een vak. Dit kan worden gedaan vanaf de pagina met leerdoelen of tijdens het bewerken van een opdracht waaraan leerdoelen zijn gekoppeld.
De leerdoelen worden vervolgens gekoppeld aan opdrachten of andere activiteiten. Als studenten aan een opdracht werken, kunnen ze de opdrachtcriteria zien, en tijdens het nakijken selecteert de docent met één muisklik het beoordelingscriteria dat bij de ingeleverde opdracht past.
Voorbeelden van rubrics
De opmaak van beoordelingsrubrics kan van docent tot docent verschillen, maar de rubrics kunnen in de volgende hoofdtypen worden onderverdeeld:
Algemene rubrics
In algemene rubrics worden de typische kenmerken van een prestatie beschreven. Ze kunnen worden toegepast op verschillende opdrachten zonder dat ze aan een specifiek onderwerp worden gekoppeld.
Taakspecifieke rubrics
Taakspecifieke rubrics zijn elk ontworpen voor een specifieke opdracht.
Holistische rubrics
U kunt ook het werk van een student als geheel beoordelen. In dit geval bevat de rubrics een korte en eenvoudige beschrijving van de verschillende prestatieniveaus.
Analytische rubrics
Met een analytische rubric worden onderdelen van een voltooid product aangegeven. De rubric fungeert als gids bij het beoordelen ervan. De prestaties van de student worden onafhankelijk van elkaar beoordeeld.
Aan de slag met beoordeling op basis van criteria
Als u beoordeling op basis van criteria wilt gebruiken in een vak, moet u deze stappen uitvoeren:
- Leerdoelen toevoegen aan het vak, via de opslagruimte of door zelf doelen te maken
- Prestatieniveaus instellen voor dit vak
- Beoordelingscriteria toevoegen die zijn gekoppeld aan leerdoelen
- Leerdoelen koppelen aan een opdracht
Hoe kan ik
Leerdoelen toevoegen aan een vak
Als u een leerdoel wilt toevoegen aan een vak, moet u eerst controleren of leerdoelen zijn ingeschakeld voor het desbetreffende vak:
- Geef een vak op.
- Klik op Instellingen.
- Klik op Eigenschappen.
- Bij Functies schakelt u het selectievakje bij Leerdoelen in.
- Klik op Opslaan.
Als leerdoelen zijn ingeschakeld, kunt u leerdoelen gaan toevoegen voor het vak:
- Klik op Instellingen.
- Klik op Leerdoelen.
- Klik op Leerdoelen zoeken.
- Blader naar de leerdoelen die u wilt toevoegen en klik op Invoegen.
U kunt ook zelf doelen maken door op Eigen leerdoel maken te klikken.
Prestatieniveaus instellen
De prestatieniveaus worden gebruikt bij het beoordelen van de verschillende resultaten ten opzichte van de leerdoelen. De niveaus kunnen binnen elk vak worden geconfigureerd. Er zijn standaard vier niveaus (Gevorderd, Bedreven, Basis en Minder dan basis), maar u kunt tussen de twee en zes niveaus kiezen en voor elk niveau een eigen label kiezen.
Prestatieniveaus instellen in een vak:
- Klik op Instellingen.
- Klik op Leerdoelen.
- Klik op Beoordelingsinstellingen in de rechterbovenhoek.
U kunt meer niveaus kiezen of de standaardniveaus houden. Vergeet niet uw wijzigingen op te slaan als u iets verandert.
Beoordelingscriteria toevoegen
Een beoordelingscriterium is het verwachte resultaat voor het desbetreffende prestatieniveau. U geeft het verwachte resultaat aan door beoordelingscriteria toe te voegen voor elk prestatieniveau voor elk leerdoel. Samen vormen de beoordelingscriteria en beoordelingsniveaus een beoordelingsrubric.
Beoordelingscriteria toevoegen:
- Klik op Instellingen.
- Klik op Leerdoelen.
- Selecteer de leerdoelen waarvoor u beoordelingscriteria wilt toevoegen.
- Klik op Beoordelingscriteria beheren.
- Klik op Criteria toevoegen.
- Klik op Nieuwe criteria en geef de verzameling criteria een titel.
- Klik op de verschillende beoordelingsniveaus en voeg uw beoordelingscriteria toe.
U kunt ook beoordelingscriteria voor een leerdoel toevoegen nadat dit is toegevoegd aan een opdracht. Klik in dat geval op Beoordelingscriteria beheren onder het kopje Leerdoelen tijdens het toevoegen of bewerken van opdrachten.
Een leerdoel koppelen aan een opdracht:
- Geef een vak op.
- Klik op Opdracht toevoegen of, als u een bestaande opdracht hebt geselecteerd op Bewerken.
- Kik onder Leerdoelen op Leerdoelen toevoegen.
- Selecteer een of meer leerdoelen en klik op Invoegen.
- Klik op Opslaan.
Uw studenten en u kunnen nu de beoordelingscriteria weergeven door vanuit het opdrachtoverzicht op Beoordelingscriteria te klikken. De studenten kunnen nu voordat ze aan de opdracht beginnen, zien wat er van ze wordt verwacht.
Opdrachten beoordelen waarvoor beoordelingsrubrics zijn toegepast
Het beoordelen van opdrachten met rubrics is eenvoudig. U hoeft alleen maar een opdracht van een student te openen en op het beoordelingscriterium te klikken dat er het beste bij past. U kunt ook commentaar toevoegen aan een criterium.
Als het nakijken is voltooid, kan de student de rubrics en eventuele opmerkingen van de docent zien.